Bevestigingsmaterialen.
Dit is de aanduiding van de mechanische eigenschappen voor bouten. In dit geval is het 8.8, maar het kan ook 4.6, 4.8, 10.9 of 12.9 zijn.
Het eerste getal komt overeen 1/100 van de nominale treksterkte (Rm) in N/mm². Bij een 8.8 bout is de treksterke dus 8 x 100 = 800 N/mm².
Het tweede getal is de verhouding tussen de nominale vloeigrens (Re) tot de nominale treksterkte (Rm) maal 10.
Vermenigvuldigen van beide getallen levert 1/10 van de nominale vloeigrens op. Bij onze 8.8 bout is de Re dus (8 x 8) x 10 = 640 N/mm².
Voor het berekenen van de boutoppervlakte ga je uit van de kerndiameter. Dat is dus anders dan de buitendiameter!
Kortom, hoe hoger het getal hoe sterker de bout.